Westervoorter Frank Futselaar hoopt op 9 augustus van dit jaar aan de start te staan van de Olympische marathon in Japan. Het project "Team Futselaar 2020" maakt het mogelijk dat hij zich daar zo goed als mogelijk op voorbereidt. In deze krant doet Frank Futselaar iedere vier weken verslag van zijn vorderingen.
Voor mij is het jaar van de waarheid aangebroken. Het zijn zelfs gelijk de maanden en misschien wel de weken van de waarheid. In deze periode moet ik de trainingsarbeid verrichten die me in staat stelt op 5 april tijdens de Marathon van Rotterdam de limiettijd van 2.11.30 of sneller te lopen.
Waar sta ik? Afgelopen zondag in Egmond was een mooi meetmoment. De halve marathon daar. Ik ben als vijfde geëindigd in 1.09.25. Die tijd kun je direct vergeten, niet belangrijk. Als je een groot deel van de race tegen windkracht acht in over het strand moet lopen, weet je dat een snelle tijd niet mogelijk is. Ook omdat niemand kopwerk wil doen. Als je dat wel doet, ben je in het tweede deel van de race gezien. Dat tweede deel heeft mij vertrouwen gegeven dat het goed zit. Van het meetpunt 10 kilometer naar het meetpunt 20 kilometer liep ik in 29.33. Dat is gewoon een heel hoog niveau. Het was dat ik op het eind net de kopgroep niet kon volgen, anders was het tweede deel van de racer nog sneller gegaan. Daar staat tegenover dat ik op de laatste meters een Keniaan (Bernard Kipkemoi) klopte in de sprint. Dat voelt altijd wel lekker.
Egmond was voor mij een onderbreking van een trainingskamp van zes weken in Kenia. Als jullie dit lezen, zit ik daar al weer, op 2400 meter hoogte. Ideaal. Een dorp met 5000 mensen, van wie er 2000 bezig zijn met hardlopen. Het is er lekker warm, de lucht is schoon en het leven staat in het teken van trainen, rusten, eten en slapen. Het is de derde keer dat ik daar ben en de vijfde keer dat ik in een trainingskamp beleg op hoogte. Ik merk dat ik onderhand weet hoe ik de dagen moet indelen. Het gevaar is namelijk dat, als je het niet goed doet, je overtraind kunt raken. En dat kan ik nu niet gebruiken. Er mag gewoon niets meer mis gaan. Het is nog maar ruim elf weken tot 5 april.
Ondertussen is er meer concurrentie bijgekomen. Naast Michel Butter, Khalid Choukoud en Bart van Nunen heeft nu ook Mohammed Ali zich aangemeld voor Rotterdam. Ook hij wil naar op de marathon naar de Spelen. Het zou me niet verbazen als ook Jesper van der Wielen zich nog aanmeldt. Dan strijden we straks in Rotterdam met z'n zessen om twee Olympische plaatsen. We gaan het zien. Ik kan alleen investeren in mezelf en dat ga ik de komende drie weken weer doen in Kenia. Tot het eind van deze maand en dan op 9 februari het NK 10 kilometer in Schoorl. Tegen die tijd laat ik weer van me horen!